zondag 28 mei 2000

2000 05 28 16 Hoofdstuk 13 Wet en Genade.

2000 05 28 16     Hoofdstuk 13 Wet en Genade.



Hoofdstuk 13  Wet en Genade.


Wat zie je om je heen als er een probleem is.
Een standaard reactie: ''Er moet ingegrepen worden; We maken een wet en gaan het verbieden!'

1 Drank is slecht voor minderjarigen. Dus mogen minderjarigen geen drank kopen.
2 Buitenlandse drugskopers veroorzaken overlast: dus voeren we een wietpas in zodat buitenlanders geen wiet meer kunnen kopen.
3 Kinderen die van school gestuurd worden veroorzaken schade bij de middenstand, dus verbieden we scholen om leerlingen van school te sturen.
Deze lijst is nog veel langer te maken, maar voor alle verboden geldt dat het probleem niet wordt opgelost, hooguit verplaatst.

Tweede voorbeeld, deze uit de Bijbel: Het volk Israël kreeg een wet. Als ze die van ganser harte zouden houden, zouden ze vredig in het beloofde land wonen, maar ook zij konden die wet niet handhaven.

Het nieuwe testament wijst een andere weg.
Ook in de psychologie is bekend dat het veranderen van gedrag moet komen uit de mens zelf, van binnen. Opgelegde regels werken niet, men gaat ze alleen maar ontwijken, pas als je het met een wet eens bent en die begrijpt, zal het misschien (eventjes) gaan werken.
De eerste 4 brieven van Paulus: Romeinen, 1 en 2 Korinthe en Galaten gaan hoofdzakelijk over het einde van de wet en dat door die wet geen redding mogelijk is en dat de zaligheid  / geloof komt door Genade en niet door het houden van de wet.
Regels opleggen heeft nog nooit gewerkt en zal ook nooit gaan werken. Daarom wordt in het Nieuwe Testament geleerd dat de wet, de tuchtmeester was, tot Christus, Die de wet vervuld heeft, en dat we nu leven in de genade tijd.

Toch blijkt telkens de tegenstelling tussen wet en genade. Erger: de wet keert zich tegen de genade.
Dit wordt heel mooi uitgebeeld in de strijd tussen David en Saul. 
Saul staat in dit verband voor de eisende wet. 
En David (=kleintje) voor de genade.
Het is Saul die David belaagt en achtervolgt.
Eerst gooit hij hem een speer naar zijn hoofd en later zit hij hem in het gebergte van Gilboa achterna.
Als hij moet poepen en daartoe zijn voeten bedekt, snijdt David een stukje van zijn mantel af en als ze later op veilige afstand zijn roept hij hem toe dat hij hem had kunnen doden maar het niet gedaan heeft.
Later gebeurt iets dergelijks als Saul ligt te slapen. Weer is het David, die staat voor de genade, die Saul niets doet, terwijl hij er wel de gelegenheid voor heeft.
Zelfs als er iemand komt die beweert Saul gedood te hebben, nadat Saul zich in zijn eigen zwaard had gestort, is David boos op die man.

Heden ten dage zien we dit terug.
I : Het is wettelijk bepaald dat de laatste school in een dorp een openbare school moet zijn. De reden klinkt volstrekt logisch: openbaar onderwijs is voor iedereen, christelijke scholen mogen kinderen weigeren.
Ook al is het hele dorp katholiek of anderszins christelijk, die openbare school mag niet worden opgeheven, die christelijke wel.
In de praktijk zal geen enkele christelijke school het in zijn hoofd halen om die laatste ongelovige leerling te weren, dus is er een absoluut niet bestaand probleem opgelost.

II : Ik zal een apart hoofdstukje wijden aan homoseksuelen. Die mogen in Nederland trouwen. Er zijn mensen die daar moeite mee hebben.
Als die dan trouwambtenaar zijn, willen ze liever geen homopaar in de echt verbinden. In de praktijk geen enkel probleem, elke gemeente heeft meerdere trouwambtenaren en je wilt toch dat je trouwdag een feest wordt, dan zoek je een ambtenaar die het wel leuk vindt om je te trouwen.
Maar nee, zelfde manier van doen: elke ambtenaar moet alle handelingen kunnen verrichten. En als jij bezwaar hebt tegen het homohuwelijk, dien je ontslagen te worden.
In de geschiedenis hebben we dit eerder gehad. Toen heette het Berufsverbot.
Twee voorbeelden van een eisende wet, die toch ingevoerd wordt hoewel er geen enkel probleem mee wordt opgelost.


De wet keert zich tegen de genade; onze behoudenis is op grond van geloof, niet op grond van werken, toch zitten elke zondag massa's mensen te luisteren naar voorgangers die ons voorhouden dat we vooral ons best moeten doen om zo veel mogelijk aan Gods eisen te voldoen.
Er is geen ander boek in de Bijbel dan de brief aan de Romeinen, dat zo duidelijk en systematisch uitlegt waarom er alleen redding is op grond van geloof en waarom de wet, die heilig, rechtvaardig en goed is, toch niet werkt.
Theologen die beweren dat het krom Grieks is, moeten beter lezen en proberen te begrijpen wat Paulus bedoelt te schrijven in plaats van de conclusies niet willen accepteren en dan zeggen dat het er niet duidelijk staat.
Vooral de Statenvertaling is erg duidelijk.
Maar dan de klassieke tegenwerping: ‘Als we dus geloven kunnen we er maar lukraak een bende van maken?’
Paulus geeft hier een duidelijk antwoord: Romeinen 6:1-2 =>
Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij blijven bij de zonde, opdat de genade zou toenemen?
Het antwoord staat er achter: Beslist niet. En waarom niet?
Nu, je bent gestorven voor de zonde en hebt een heel nieuw leven gekregen, knap dom om dan dat oude nog vast te houden.
Duidelijker dan dat het dit hoofdstuk 6 staat kan ik het niet zeggen.


Dit voor diegenen die geen bijbel hebben of geen zin het op te zoeken, maar wel internet hebben.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten