zondag 24 september 2000

2000 09 24 07 Hoofdstuk 5. Wiskunde – natuurkunde – wetenschap.



Hoofdstuk 5. Wiskunde – natuurkunde – wetenschap.


De natuurkunde houdt zich bezig met het bestuderen van de natuur.
Zij probeert verschijnselen te verklaren en stelt theorieën op om daarbij behulpzaam te zijn.


De wiskunde is een zogenaamde exacte wetenschap.
1 plus 1 is 2 en dat is altijd zo en twee keer twee is vier.
Wiskunde is een hulpwetenschap voor de natuurkunde omdat zij helpt bij het opstellen van theorieën, maar het is ook een zelfstandige vorm van wetenschap.
´´De kortste verbinding tussen 2 punten is een rechte lijn´´ is een van de axioma´s van de  (Euclidische) wiskunde.

[Dat er tussen 2 punten maar 1 kortste lijn valt te trekken geldt niet voor de z.g. niet euclidische wiskunde. 
En er is ook een wiskunde die zich bezighoudt met onzekerheden, de kansberekening.]


Alle wiskunde en natuurkunde gaat uit van consistentie: ijzer zinkt in water, onder normale omstandigheden bevriest water bij 0 graden Celsius en kookt het bij 100 graden Celsius. De dichtheid van water is 1000 kg per m3, die van kwik is 13546 kg per m3
Deze lijst is heel lang te maken.
Allemaal kunnen ze herhaald worden en zullen ze dezelfde uitkomsten geven.
Wat natuurkundigen dus beslist niet doen is rekening houden met het boven natuurlijke.
Dat is hun vakgebied niet.
Wonderen vallen niet onder natuurkunde en ook niet onder wiskunde.
Dat er verschijnselen zijn die niet natuurkundig zijn te verklaren is algemeen bekend.
Er zijn veel gevallen dat mensen op gebed zijn genezen.
Om het te verklaren door zelfsuggestie, daarvoor komt het te vaak voor.
(Waarom dan niet iedereen geneest op gebed hoop ik in een volgend hoofdstuk te verklaren.)


Van Elia wordt verteld dat hij een bijl liet drijven door een stok in het water te gooien.
Die bijl was geleend en moest dus terug.
De stok zonk en de bijl kwam boven drijven.
Een wonder.
Wonderen hebben de vervelende eigenschap dat ze niet of moeilijk te bewijzen zijn, dat is inherent aan het verschijnsel, daar doe je niets aan.
Ze zijn niet te herhalen, en daarom niet te controleren.
Maar staande uitdrukkingen als: De wonderen zijn de wereld nog niet uit'' bewijzen wel dat ze het inderdaad niet zijn.
Wonderen vallen onder de ''boven natuurlijke verschijnselen'', precies!
Maar.
Doordat de natuurkunde zichzelf deze beperking opgelegd heeft, doet ze niet anders dan alle verschijnselen via de weg van oorzaak en gevolg te verklaren.
Daardoor kan ze ook niet uitgaan van een schepping door een God.
Dat valt buiten hun vakgebied.


Ze nemen dan hun toevlucht tot andere verklaringen omdat het scheppen van leven niet logisch te verklaren is.
Ze zien in de natuur om ons heen leven en dat moet dus vanzelf ontstaan zijn.
Eerst een knal, uitdijende materie, afkoeling. speciale combinatie van stof met zuurstof en zonlicht en zo is het leven ontstaan. Daarna heeft dat zich ontwikkeld tot de mens van tegenwoordig.


Wetenschap ontkent dus niet het bestaan van een God, ze kan er simpelweg geen rekening mee houden omdat het zich onttrekt aan hun logica van consistentie en oorzaak-en-gevolg.




Natuurkundigen houden zich bezig met het natuurlijke, niet met het boven natuurlijke.


Hier komt dus de foute gedachte vandaan dat geloven tegenover wetenschap zou staan.




zondag 10 september 2000

2000 09 10 08 Hoofdstuk 6 Waarom is er zoveel ellende in de wereld?



Hoofdstuk 6    Waarom is er zoveel ellende in de wereld?

Het eerste argument waarmee mensen komen is: ’’Als er dan een God bestaat waarom is er dan zoveel ellende in de wereld?’’
Het eerste probleem is dat veel mensen helemaal geen antwoord willen hebben, ze gebruiken deze vraag als excuus om nergens aan te doen.
Toch is de vraag logisch te beantwoorden.
God is machtig, hij heeft duizenden engelen die niet anders doen dan Hem dienen.
In Judas:6 en Ezechiël 28 lezen we van Engelen die hun roeping missen en door hoogmoed ten val komen. Uit het hemelse licht en op de aarde geworpen.
De aarde is daarom het domein van Satan.
De schepping van de mens heeft tot doel dat er wezens gemaakt worden die Hem uit eigen vrije wil zullen dienen en de aarde weer terug veroveren zodat die weer op legale wijze terug komt onder Gods heerschappij.
De mens Adam werd geschapen opdat hij God zou dienen, Adam leefde in direct contact met God. Zijn opdracht was om de hof van Eden, waar hij woonde, uit te breidden.
Adam was uit de aarde, aards, deze aarde is het domein van Satan, geen wonder dat Adam faalde en wel van die boom at.
Daarmee bewees hij wel de mogelijkheid van de vrije wil om God te dienen, Adam kon tegen God in gaan. Hoe wil je anders aantonen dat Adam een vrije wil had?
Het ging dus min of meer fout. Adam werd uit de hof van Eden verdreven en moest zweten om de aarde te bewerken om daarvan te kunnen leven.
Veel later werd het volk Israël uitverkoren. Ze kregen veel zegeningen beloofd, God sloot een verbond met hen en gaf hun een wet. Die wet bestond uit veel meer dan de 10 geboden, het waren ook zeer nuttige leefregels waarvan we de nuttige werking nu pas begrijpen zoals het moeten begraven van hun uitwerpselen en het niet eten van varkensvlees.
Als zij de Heer zouden dienen zouden ze vredig in het beloofde land mogen wonen.
Maar ook dit liep anders, Israël diende alle mogelijke afgoden, waren op een gegeven moment die hele wet kwijt en schrokken zich rot toen ze hem terug vonden. Al in Deuteronomium 28 wordt geprofeteerd wat er met Israël zou gebeuren als ze de Heer niet zouden volgen. Het is triest om te kunnen lezen hoe dit is uitgekomen.
Maar nu het hier en nu; de ellende in deze wereld.
We hebben te maken met een wereld die zich van God niets aantrekt, en die niet naar al de richtlijnen en waarschuwingen die in de Bijbel staan, wil luisteren.
God sloot een verbond met Noach, met Jacob, later met Israël, dat gaf bescherming.
God heeft geen verbond met de ongelovigen; die kiezen er zelf voor om niet in een God te geloven en zich niets van hem aan te trekken en vervolgens geven ze God wel de schuld van alle ellende.
Denk niet dat je, als je tot geloof komt, gevrijwaard bent van ellende, nee dat is niet zo, ook dan kun je te maken krijgen met het verlies van dierbaren en mislukkingen.
Maar het grote verschil is dat je er niet meer alleen voor staat. Bidden helpt! En vaak ontdek je later dat het toch ergens goed voor was.
In Romeinen staan dat alle dingen meewerken ten goede voor diegenen die de Heer liefhebben.
De ongelovige moet dit missen.
Ook een begrafenis van een ongelovige is een trieste bedoening.
Als een gelovige komt te overlijden wordt hij ook gemist door de achterblijvers, maar je weet waar hij nu heen is en je hebt de troost dat je hem terug zult zien.

Op de gereformeerde lagere school waar ik heen ging werd de misère van de Duitse bezetting in een leesboekje geweten aan dat we niet christelijk genoeg waren.
Ook de aanslagen op Amerika, worden door godsdienstfanatici verklaard omdat er in Amerika abortus mogelijk is.
Ik denk dat dat veel te ver gaat; de beoogde speciale band tussen God en Nederland (drievoudig snoer: God, Neerland en Oranje) en ook die van ‘’Gods Own Country (=V.S.)’’ is een menselijke uitvinding.
Onheil overkomt je bij toeval, zoals in Prediker 9 staat. ‘Tijd en toeval treft ons allen’ (vers 11-12)
Hier tegenover staat: Zondag 10. Vraag 27: Wat verstaat u onder Gods voorzienigheid?
Antwoord: De almachtige en alom tegenwoordige kracht Gods , door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert , dat loof en gras, regen en droogte ,vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede , en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen.
De Heidelbergs catechismus vertelt veel goede, mooie en ware dingen, maar hier in zondag 10 wordt geleerd dat alles ons van Gods hand overkomt, m.a.w. dat we ons God moeten voorstellen als een oude man die, zittend op een wolk, alle ellende over de aarde verdeelt.
Helaas is dit wel het beeld dat veel mensen bij God hebben.
De teksten waarnaar verwezen wordt beweren dit niet, er staat in Rom. 8:28 dat Hij alles laat medewerken ten goede, maar dat is wat anders dan dat het Zijn (boze) opzet was.
Sommige verklaringen geven nog meer teksten: Han 17:25 Han 17:27,28 Jer 23:23,24 Jes 29:15,16 Eze 8:12 b Heb 1:3 c Jer 5:24 Han 14:17 d Joh 9:3 e Spr 22:2 f Mt 10:29 Spr 16:33 . Ik heb ze allemaal opgezocht. Er staat wel in dat God de wereld en ons gemaakt heeft en ons ziet. Ook dat Hij zorgt voor regen, maar nergens dat ellende door Hem veroorzaakt wordt.
Als een rechter de schuldige vindt door alle verdachten een wit of zwart steentje uit een zak te laten pakken, waar de tekst uit Spreuken 16:33 naar verwijst? Dat werkte in het oude testament, bij Israël, maar tegenwoordig ook niet meer.
En Jezus vertelt zelf over de ramp met de toren bij Siloam (Luk. 13:4-5) dat de mensen die daarbij omkwamen niet slechter waren dan anderen. Ze waren gewoon op de verkeerde tijd op de verkeerde plek.
En in Joh 9:3 e Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar dit is geschied, opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden.

Dat God alles van te voren weet, wil niet zeggen dat hij datgene ook wil.
Hij wist dat Adam zou zondigen, maar het was Zijn bedoeling niet.
Hij weet dat veel mensen verloren gaan omdat ze niet in Hem geloven, maar dat is Zijn bedoeling zeker niet!
Het ergste wat ik me kan voorstellen is dat je kind overlijdt door jouw fout. En dan moet je geloven dat dat de wil van de Heer is? Nee het toeval treft allen, zoals in Prediker staat. En leren dat alle onheil ons door God op het dak gestuurd wordt heeft al veel mensen van het geloof afgebracht.
Dat de gelovige een speciale status heeft is waar, maar dat is geen garantie tegen onheil.
Ellende hoort bij deze wereld, daar doe je niets tegen. Mensen kunnen het niet en God doet het niet omdat hij zich teruggetrokken heeft uit deze ongelovige wereld.
Maar maak er geen halszaak van, massa´s mensen geloven zondag 10 wel en ik ga niet beweren dat ze niet in de hemel kunnen komen.
Maar er is wel wat anders wat het wel en wee in de wereld beïnvloed.
Hier in west Europa hebben we, gemiddeld genomen, de grootste welvaart ter wereld, nergens ter wereld hebben zoveel mensen bestaanszekerheid als hier; als hun wat overkomt wordt er voor hen gezorgd. Het kan misschien wel beter, maar het is veel beter geregeld dan in de rest van de wereld.
Nederland is groot geworden dankzij het calvinisme, dat nergens ter wereld zoveel wortel heeft geschoten als hier.
Het christelijke begrip naastenliefde heeft veel goed gebracht.
Het niet aan hun lot overlaten van mensen die het slechter hebben getroffen helpt de hele samenleving omhoog.
De islam leert dat mensen het slecht hebben omdat Allah dat wil. Oosterse godsdiensten hebben het over karma (lot).
Ook leert christendom dat iedereen na zijn dood tegenover God verantwoording moet afleggen voor zijn daden. Dat maakt mensen voorzichtig en dat is heilzaam.
Men trachtte een goede rentmeester te zijn.
Het is goed te vergelijken met het dikke boek van Sinterklaas, waar ook alles in staat en gebruikt wordt om kinderen in toom te houden. Kinderen mogen ook graag kattenkwaad uithalen, dat hoort bij opgroeien.
Bij het afdanken van alle vormen van geloof in een grote machtige God (meer dan ‘’iets’’) is ook die vrees voor de verantwoording moeten afleggen, afgedankt.
Het enige doel wat overblijft, is dan zo rijk mogelijk te worden en het enige nut wat we hebben is van brood poep maken.
Citaat van Blaise Pascal: ” Stel u een aantal geketende mensen voor die allen ter dood veroordeeld zijn. Iedere dag worden er onder de ogen van de anderen enkele omgebracht. De overblijvenden zien aan wat er met hun lotgenoten gebeurt, wat hunzelf te wachten staat. Vol smart en wanhoop kijken ze elkaar aan en wachten hun beurt af. Dit is het beeld van de menselijke situatie. “ {De natuurlijke mens, zonder God en zonder hoop}
De zelfverrijking van de elite is een groot kwaad, in de Bijbel worden deze mensen dan ook apart gewaarschuwd. (Lukas 6:24, Maar pas op als u rijk bent! U bent er dan slecht aan toe! Want het geld is het enige geluk dat u ten deel valt.)
Zonder rekening te houden met een God vervallen de mensen tot het najagen van menselijke hartstochten, en daar wordt het niet altijd beter van.
De huidige tijdgeest maakt dat de mensen trots zijn op het feit dat ‘’ze nog nooit een letter in de Bijbel hebben gelezen’’. God dan wel de schuld geven van alle ellende getuigt dan van een onbegrijpelijke domheid.

Tot slot een verhaaltje dat ik vond op Nieuwsgroepen: nl.humor

Op een dag liep een atheïst door het bos in Alaska, en bewonderde alles
wat door evolutie was ontstaan. "Wat een majestueuze bomen! Wat een
machtige rivier! Wat zijn die dieren prachtig!" zei hij bij zichzelf.
Aangezien hij langs een rivier wandelde, hoorde hij pas laat een geruis in de
struiken achter hem. Toen hij nogmaals keek, zag hij een drie meter
grote bruine beer achter hem aankomen. Hij rende zo snel als hij kon,
maar over zijn schouder kijkend, zag hij dat de beer hem langzaam maar
zeker inhaalde. Hij spande zich nog meer in en ging nog sneller lopen.
Echter toen hij nogmaals omkeek, zag hij dat de beer hem nog dichterbij
was gekomen. Terwijl zijn hart hevig bonkte, probeerde hij nog sneller
te lopen. Maar helaas, hij struikelde en viel op de grond. Terwijl hij
een koprol maakte en alweer bezig was om op te staan, stond de beer op
het punt om hem met zijn klauwen te grijpen. "O mijn God! ...", riep
hij uit. Plotseling stond de tijd stil. De beer leek te zijn bevroren.
Het was muisstil in het bos. Zelfs het water in de rivier was gestopt
met bewegen... Terwijl een schitterend licht op de man neer scheen,
bulderde een stem om hem heen: "Al jarenlang ontken je mijn bestaan, en
je onderwijst anderen hetzelfde en je schrijft de schepping toe aan
pure toeval. Verwacht je dat Ik je uit deze situatie zou moeten redden?
Moet ik je opeens als een gelovige beschouwen?" Met veel moeite keek de
atheïst rechtstreeks in het licht en zei: "Het zou hypocriet zijn om te
vragen om nu een Christen te worden na al die jaren, maar misschien
kunt u van de beer een Christen maken?" "Oké." zei God. Het licht ging
weer uit. De rivier begon te stromen. De geluiden in het bos waren weer
hoorbaar. Plotseling daalde de beer op zijn knieën, vouwde zijn beide
poten samen, boog zijn hoofd en sprak: "Heer, zegen deze spijze. Amen!"